Van één van de kleinere subregio's van O Rio Dourado, naar de grootste. We gaan nu op tour door het volgende deel van het Amazonegebied
Welkom in gebied 4: het Dichte Regenwoud:
Binnengebied 2
We gaan verder waar we gebleven waren, aan het eind van de vlonder van het Sekrepatu-moeras. Aan onze linkerkant hebben we een kleine klif waar een watervalletje vanaf stroomt. Zoals je kan zien op de kaart, loopt deze waterval vanuit het ene waterlichaam naar... hetzelfde waterlichaam? Dat klopt. Deze rivier stroomt langzaam naar beneden via de ene kant, en van de klif aan deze kant, waardoor er een eiland in het midden ontstaat.
Als we het water in kijken kunnen we best een paar vissoorten zien. De grootste van de vissen, en degene die meteen opvalt, is een grote Ruwe zoetwaterrog. Hij is goed gecamoufleerd tegen het zand aan op de bodem van de rivier, maar het netpatroon op zijn rug geeft hem weg. Samen met wat kleine cichlides en tetras zien we een middelgrote meerval rusten op een steen op de bodem. Met zwart-met-gele strepen, deze soort heeft geen officiële naam, maar ik noem hem de Grote bijenmeerval. Als hij niet toevallig op een donker gekleurde steen zat, hadden we hem nooit gezien.
As we de brug over lopen en het eiland op gaan zien we meteen de verandering in de omgeving. De beplanting op het eiland is beter bijgehouden en er zijn meerdere touwen en klimstructuren gemaakt van takken. Meteen rechts is een lage, glazen barrière, daarachter is een goed beplant verblijf met een best losse ondergrond. Twee Negenbandgordeldieren noemen dit verblijf hun huis, deze soort is recentelijk steeds meer in Europa te vinden.
Gordeldier verblijf:
- Spoiler: geef het geheim prijs!

(Maar dan met een Negenbandgordeldier)
We volgen het pad verder het eiland in. Eén van de touwen boven het bezoekerspad beweegt plotseling omdat één van de bewonders van het eiland over onze hoofden loopt. Drie op een rij met hun staarten in de lucht, het is een groepje Rode titi's! Eén van de drie soorten die op dit eiland tussen de bezoekers mogen lopen.
Op één van de voederplatformen die eigenlijk voor de aapjes zou moeten zijn, zien we een kleine dief eten uit het bakje stelen. Een Gekraagde trogon, een vogel die zowel mooi als uniek is, pakt steeds kleine besjes uit het voedselbakje voordat hij weer het regenwoud in vliegt. Dit is een goed teken, want als vogels zo heen en weer vliegen betekend dat meestal dat hij iemand anders aan het voeren is, ze zijn dus aan het fokken in de kas! Als hij nou de vogelvoederpunten zou gebruiken...
Het pad gaat verder langs de richel totdat we de bocht om gaan en langs een klein waterstroompje lopen, dit ondiepe mini-kreekje biedt de kleinere tetras een schuilplaats voor de grotere roofvissen die in het diepere stuk van de rivier leven. We zien meerdere Juweeltetra's, met een prachtige rode kleur, zwemmen tussen de plantenwortels die onder water groeien. Ook zichtbaar onder water, op een stuk gezonken hout, is een kleine algeneter met zacht gele kleuren en zwarte strepen, de Clown peckoltia
Mini-kreekje:
- Spoiler: geef het geheim prijs!

Mini-kreekje
Ook zichtbaar in de kreek is nog één van de loslopers van de Amazonekas. Een Zonneral laat haar vleugels zien, zodat we de prachtige zonvormige tekeningen zien die normaal verstopt zitten tussen haar veren. Zonnerallen doen dit alleen als ze zich bedreigd voelen, dus laten we maar verder lopen om haar wat rust te geven.
Aan de andere kant van het pad komen we nog een kijkpunt naar het Gordeldierenverblijf tegen. Helaas voor ons liggen de dieren waarschijnlijk te slapen in een ondergronds hol. Wie er niet aan het slapen is, daarintegen, is de tweede apensoort die op het eiland leeft. Een paartje Pinchéaapjes pakken meelwormen uit de voederbak die voor de gordeldieren bedoeld is. Deze ernstig bedreigde apensoort komt voor in de Caribische laaglandbossen van Colombia, waar de meerderheid van zijn leefgebied helaas is verwoest. Er leven in totaal 7 Pinchéaapjes op het eiland, en we kunnen er nog een paar zien in de bomen in het Gordeldierenverblijf.
Als we verder over het pad lopen komen we een paar vreemde objecten tegen op ons pad. Een soort miniature mikado-stokjes? Ze zijn te dik en te makkelijk te buigen om naalden te zijn, maar te glad en plastic-achtig om takjes te zijn... Als we verder lopen en de boom in kijken kunnen we de boosdoener zien. Slapend tussen twee takken van een Watercacaoboom zit een zwart-witte stekelbal; een Grijpstaartstekelvarken! Twee Grijpstaartstekelvarkens mogen op dit eiland tussen de bezoekers lopen samen met hun apen-eilandgenoten. Ook al zijn ze nachtactief, zijn ze blijkbaar comfortabel genoeg om relatief dicht bij het bezoekerspad te slapen.
Nu dat we alle drie de loslopers van dit eiland hebben gezien kunnen we van het eiland af lopen en verder gaan op de houten vlonder die dit brede deel van de rivier overspant. Aan de andere kant van de brug zien we een prachtige scene: dit stilstaande gedeelte van de rivier staat vol met enorme Victoria waterlelies. Bovenop één van de waterlelies kunnen we een Leljacana zien. Bekend als de Kepanki in Suriname, deze watervogels staan bekend voor hun vreemde lange tenen, die ze gebruiken om door ondiep water te lopen. Of in dit geval, door een poeletje in een reuzenwaterlelie.
Vanaf het platform waar we op staan kunnen we ook in één van de diepste stukken van de rivier in kijken. Meteen zien we een grote, slanke vis die vlak bij het wateroppervlak zwemt. Dit is een grote Zwarte arowana, die rustig voorbij zwemt totdat hij plots in de lucht bijt en een plons maakt. Hierdoor kunnen we meteen nog wat vissen zien, die schrikken van de plons. Ze waren niet helemaal onzichtbaar, maar wel moeilijk te zien totdat er ééntje op zijn zij draaide om van richting te veranderen. Een grote groep piranha-achtige vissen zwemmen in het diepere gedeelte van het water. Deze grote schijf-vormige vissen zijn Gevlekte schijfzalmen, die makkelijk te herkennen zijn door hun gevlekte patroon en rode kin.
Vanaf dit platform kunnen we ook de zijkant van de apeneilanden zien. Naast het grote apeneiland zijn er meerdere kleinere eilandjes die verbonden zijn door touwen en lianen, tussen de eilanden zijn verschillende moerasplanten waaronder veel Waterhyacinten. Ook dit moerasgedeelte functioneerd als vluchtplaats voor de kleinere vissen. Tussen de planten kunnen we nog een Roodkopdeukschildpad zien. Dit is één van de loslopende schildpadden, die zelf mag kiezen naar welk watertje in de kas hij wilt gaan.
Uitzicht op het apeneiland vanaf het houten vlonder:
- Spoiler: geef het geheim prijs!

Uitkijkpunt op de rivier
De hoofdroute gaat het vlonder af en dieper het bos in, maar wij willen natuurlijk elke mogelijke route nemen. Dus draaien we ons om en lopen we terug naar het pad tussen de twee delen van het Sekrepatu-moeras. Vanaf hier kunnen we een avonturenpad op lopen. Met een oneven pad en dichte beplanting om ons heen, is dit pad alleen gemaakt voor avontuurlijke types.
- Spoiler: geef het geheim prijs!

Stijl van het avonturenpad
Het pad waarmee we omhoog lopen is best steil, we begeven ons nu in één van de meest dichtbegroeide gedeeltes van O Rio Dourado. Een paar boomwortels en stenen vormen een soort rudimentaire trap waardoor het iets makkelijker lopen is. Terwijl we door de jungle ploeteren kunnen we best wat vogelactiviteit zien. Vreemde vogeltjes maken hoge sprongen en piepgeluiden om ons heen, dit kunnen alleen maar Jacarinagorsjes zijn. De mannetjes springen hoog in de lucht als een soort dansje voor de vrouwtjes.
Ook kijkend naar het tafereel is een groep kleine, rode vogeltjes. Dit zijn Kapoetsensijsjes, een bedreigde vinkensoort die leeft in de meest Noordelijke gebieden van Zuid-Amerika. O Rio Dourado heeft een flinke groep van deze mooie, kleine vogeltjes, plus een aparte fokgroep achter de schermen.
Het pad splitst zich in twee routes, wij nemen het rechterpad. Die gaat nog even door totdat we plots in een open gebied op een bruggetje staan. Ik zou graag een gedetaileerde beschrijving van dit verblijf geven, maar daar zullen we helaas op moeten wachten. Later op de route kunnen we dit verblijf veel beter bekijken. Wat ik wel kan beschrijven, zijn de loslopers die de brug met ons delen.
Het zijn misschien wel één van de meest herkenbare apensoorten van Zuid-Amerika, op de reling van de brug zit een familie Witkopsaki's. Het mannetje met zijn pikzwarte vacht en herkenbare witte gezicht, en de twee vrouwtjes met dofgrijze vacht. Zodra we dichterbij lopen springen ze meteen de reling af en in een boom die in het verblijf onder ons staat. Ze blijven ons aanstaren terwijl we verder over de brug lopen, die weer de jungle in leidt.
Het avonturenpad kronkeld verder door terwijl we langzaamaan weer afdalen. Met heel veel geluk (misschien wel omdat we laafse
kikkers zijn) zien we nog een gifkikkertje in de struiken. De meeste gifkikkers staan bekend om hun unieke patronen, maar de Ecuador-gifkikker is wel héél uniek! In plaats van gewoon strepen of stippen heeft de Ecuador-gifkikker honderden kleine rode bultjes op zijn verder zwarte huid. Omdat ik de losloperpagina's pas aan het einde van het project laat zien, raad ik jullie allemaal aan om de Ameerega bilinguis van te voren op te zoeken zodat jullie zelf kunnen zien hoe bijzonder gekleurd ze zijn.
Als het pad naar het water afdaalt komen we bij één van mijn favoriete gedeeltes van O Rio Dourado. Tussen de enorme Victoria-reuzenwaterlelies zijn ook meerdere grote, houten stapstenen (heten het dan nog stapstenen? Staphouten?) in het water in de vorm van waterlelies.
- Spoiler: geef het geheim prijs!

(Het Leliebladpad (dat klinkt leuk) in O Rio Dourado is groter dan degene op het plaatje, en de bladeren staan iets verder uit elkaar.)
De houten bladeren wiebelen een beetje maar geen zorgen, dat is de bedoeling. Ze zijn stabiel genoeg om niet ondersteboven te wippen.
Het waterleliemeer is het diepste gedeelte van de kleinere rivier, en we kunnen vanaf hier het water in kijken om nog wat vissen te ontdekken. Helaas maken de reuzenwaterlelies het water best donker, maar we kunnen door de vorm van de vissen wel twee snoekcichlides herkennen, die best diep onder water zwemmen. Dichter bij het wateroppervlak zien we een grote groep bijzonder gevormde vissen. Ze zijn best klein en heel smal, en veel beter te herkennen vanaf hun zijkant. Dit zijn bijlzalmpjes, een vis die bijna altijd bij het wateroppervlak blijft. Anders dan de Arowana, die liever in open water zwemt, kan je Bijlzalm vaker tussen waterplanten vinden. De reuzenwaterlelies geven ze bescherming van de monstervissen die we eerder zagen.
Misschien wel het meest bijzondere wat we vanaf het Leliebladpad kunnen zien is een groot onderwaterkijkraam... die in het water staat? Het grote, ronde kijkraam steekt ongeveer een meter boven het wateroppervlak uit. Hier kunnen we een hoger waterlichaam in kijken waar we meerdere grote vissoorten zien, waaronder een school Zilveren vlagstaartzalmen en een hele grote Tijgermeerval. Over de glazen muur kunnen we ook over het wateroppervlak kijken, dit is opnieuw een kijkpunt naar het verblijf waar we net overheen liepen. Maar onze kijklijn naar het landgedeelte is grotendeels geblokkeerd door een dicht beplant eiland in het water. Geen zorgen, aan het eind van deze post hebben we een veel beter kijkpunt
We komen bij het einde van het Leliebladpad aan en stappen weer het vaste land op. Vanaf hier kunnen we het geluid van een waterval horen, maar het is nèt aan de andere kant van de struiken, dus we kunnen het nog niet zien. Gelukkig komen we hier later weer.
We zijn nog niet terug op het hoofdpad, want we lopen nogsteeds op een soort wildpaadje door het regenwoud. We kunnen allerlei vogelsoorten horen, maar we kunnen er geen zien. Als we door de struiken heen kijken en het geluid van de dichtsbijzijnste vogelgeluid volgen kunnen we misschien toch nog iemand vinden. Tussen de struiken, vrolijk fluitend op een tak, zien we een prachtige grijsblauwe vogel. Dit is de Bisschopstangare, een soort die ik zelf ook in Suriname tegen ben gekomen.
Als we verder lopen over het avonturenpaadje die tussen de hoge Kapokbomen loopt, zien we een paar kleine, roze veertjes op de grond. Als we omhoog kijken zien we een groep Rode lepelaars, die we eerder op de route ook al zagen, in de volière in het buitengebied. Eén van de vogels zit zichzels schoon te maken, waardoor er nog een veertje langzaam naar beneden dwarreld.
Het avonturenpaadje komt weer aan bij het hoofdpad en we staan weer op stevige, verharde grond. Maar voordat we doorlopen staan we allemaal even stil en kijken we naar een losloper. Een Goudhaas staat doodstil midden in het pad. Hij staart naar ons als een hert in koplampen, voordat hij vliegensvlug weer het bos in rent.
Hopelijk hebben jullie allemaal een foto gemaakt, want deze Agouti is één van de moeilijkste soorten om te vinden in de kas. Ten minste, als je de vele kikkers niet meeteld... en de kleine hagedissen... oké misschien zijn er wel meer soorten die moeilijk te zien zijn maar nogsteeds was dit een bijzonder gezicht.
Hier in het dichte regenwoud van O Rio Dourado, omringt door hoge Kapokbomen (plus meerdere kleinere bomen en struiken natuurlijk) is er niet bepaald een tekortkoming aan lange dingen (en dan tel ik mezelf niet eens mee). Toch is er één structuur die er bovenuit steekt. Naast het hoofdpad is een grote houten toren. We kunnen de bovenkant niet zien door het bladerdak, maar het is minstens tien meter hoog. Er is een ingang aan de zijkant, maar er hangt een bordje voor. "Word nog ontworpen, kom terug in deel 7"
Daar zullen we later vast terug komen
We lopen langs de enorme toren en komen aan bij een veel groter deel van de O Rio Dourado rivier. Boven het pad zien we een groot aantal hangende nesten, die zorgvuldig gemaakt zijn door wevervogels. 'Maar wacht eens even' zeggen jullie dan, 'Wevers wonen toch in de oude wereld?' Dat klopt helemaal. Maar alleen als je het hebt over de familie Ploceidae, want er zijn ook andere wevende vogels. De vogels die hun nesten bouwen boven de rivieroever is een grote groep Roodrugbuidelspreeuwen. We zien er ééntje vanuit de verte aan komen vliegen, die vervolgens één van de nesten binnen gaat met een meelworm in de snavel.
Nu komen we weer bij het probleem met de beschrijving van de kas opsplitsen in acht delen. In de rivier waar we nu naast staan zijn er meerdere eilanden waar een grote troep Zwarte slingerapen woont. Maar helaas voor ons, behoren deze eilanden bij O Rio Dourado deel 6. De beschrijving van de eilanden zal dus later komen.
Amai, het word steeds moeilijker om excuses te bedenken van waarom we de loslopende kikkers kunnen zien ook al zijn ze in werkelijkheid zo goed als onzichtbaar. Oh, wat nu?
OEPS IK LAAT MIJN PEN VALLEN laten we allemaal kijken naar waar hij gevallen is. OH
wat is dat nou?. We zien weer een loslopende kikker op de grond. De Spatruggifkikker is een prachtige soort, met z'n zwarte lichaam en felgele rug lijkt het net alsof iemand verf over hem heen gemorst heeft.
Het pad neemt een bocht om een grote, omgevallen boom te ontwijken. Ten minste, zo ziet het er uit. De boom is echt nep, en functioneerd als barrière voor een verblijf van een diersoort die niet vaak op deze manier word laten zien. Dit drassige verblijf is voor Reuzenpadden, een enorme paddensoort die thuis is in de Amazone, en berucht invasief in Australië. Normaal worden deze dieren in grote terraria gehouden, maar Wetlands Park Europe heeft deze dieren in een groot, open verblijf. In het verblijf zijn meerdere kleinere boomstronkjes en een ondiep watergedeelte waar ze in kunnen badderen.
Als we verder lopen komen we langs een grote steen aan onze rechterkant. Tot nu toe, op de hoofdroute ten minste, hebben we alleen maar afgedaalt. Maar nu staan we in een soort dal, met heuvels aan beide kanten. In dit stuk bos vol met enorme Kapokbomen staan we ongeveer in het midden van de kas. Vanaf de grond zal het je niet opvallen, maar één van de bomen is in werkelijkheid nep. De grootste van de kapokbomen is geen levende boom, maar een gedecoreerde steunbalk die de kas omhoog houdt. Er zijn meerdere verstopte steunbalken zoals deze op veschillende plekken in de kas.
Als we het bos in kijken kunnen we een bijzondere vogelsoort zien. Een Grijsvleugeltrompetvogel, een grondbewonende vogelsoort die verassend genoeg verwant is aan kraanvogels. We kunnen er eentje zien graven door de bladeren opzoek naar eten, omringt door een grotere groep Bergkwartelduiven. Een best schattige duivensoort met lichtbruine veren.
Aan de andere kant van het pad zijn er meer grote stenen en kliffen. Er leidt een avoturenpad naar boven, maar dit gedeelte hoort helaas bij deel 5. Ik zou het echt hier bij willen toevoegen, maar deze post is toch echt al lang genoeg...
Als we verder lopen door de dichte jungle komen we bij een brug terecht. We zijn hebben een rondje gelopen om het Kapokwoud en nu staan we boven een grote rivier. Aan onze linkerkant is een grote groep watervallen en stroomversnellingen die de kleine rivier met de grote rivier in verbinding brengt. Deze watervallen zijn gebaseerd op de Blanche Marie waterval in Suriname, maar dan wel een kleinere versie daarvan:
- Spoiler: geef het geheim prijs!

Blanche Marie
Wat bijzonder is aan veel watervallen in Suriname, is dat ze vaak overgroeid zijn met waterplanten. In de Blanche Marie is dat ook zo, maar er is een andere waterval waar dat veel beter te zien is. De Tapawatra sula is een enorme waterval die als een soort enorme muur honderden meters rivier overspant. Deze is volledige overgroeit met waterplanten die het goed doen in het snelstromende water. Deze waterval in O Rio Dourado heeft vergelijkbare planten in de waterval.
Tapawatra:
- Spoiler: geef het geheim prijs!

Tapawatra sula
Het namaken van een waterval als Blanche Marie is het probleem niet, Burgers' zoo heeft ook een waterval met laagjes waar veel water overheen gaat. Het verschil is dat de waterval van Burgers' Zoo geen rivier vol vissen aan de bovenkant heeft.
Burgers' Zoo waterval:
- Spoiler: geef het geheim prijs!

Bush waterval
Verstopt tussen de rotsen en poeltjes tussen de watervallen in zijn watersproeiers die het debiet van de watervallen verhogen. Zo blijft er heel veel water door de sula stromen zonder dat er te veel water uit de kleine rivier verdwijnt.
Als we de rivier over zijn neemt het pad meerdere bochten, beplanting blokkeerd het uitzicht naar het grote kijkpunt waar we bijna uitkomen. Op deze manier komt het enorme kijkraam in één keer in beeld. Dit kolossale, dertig meter lange onderwaterkijkraam biedt een kijkje in een groot bassin vol met verschillende vissoorten. grote stukken drijfhout, plus een paar nepbomen bieden niet alleen schuilplaatsen, maar creëren ook afgebakende gebieden voor planten. Waarom moeten de beplante gebieden beschermd worden, vraag je? Nou, dit meer is ook gedeelte van een verblijf voor een paar landdieren.
Dit verblijf, waar we op de route al een paar keer eerder in hebben gekeken, is namenlijk het binnenverblijf voor de Laaglandtapirs and Capibaras. Eén van de beschermde plantengebieden is tegen het raam aan gebouwd, een paar anderen staan verder achterin. Op die manier kan je de Tapirs en Capibaras zien zwemmen en waden in het open water, en de schuwere tetras en cichlides zien in het plantengedeelte.
Iets dat onmiddelijk opvalt tussen de vele andere vissen is een enorme school rustige reuzen: Zwarte pacus, fruitetende piranhas die bekend staan als de zwaarste van alle Amerikaanse karperzalmen. Een school van meer dan dertig Zwarte pacus leeft in dit bassin. We kunnen ook meerdere cichlides zien. Een groep Severums blijft veilig aan de rand van het beplante gebied, en we zien ook een grote school aardeters die langs de bodem van het meer zwemmen.
Voor het raam, aan het wateroppervlak, zien we een paar grote Zilveren arowanas. Het is een andere soort dan de Zwarte arowana die we in de rivier zagen, maar ze zijn bijna precies even groot en hebben ook dezelfde vorm. Ook zichtbaar in het open gedeelte van het water zijn Drievlek kopstaanders en Geblokte snoekcichlides, twee soorten met prachtige patronen.
Als we dichter bij kijken bij het beplante gebied, kunnen we meerdere tetras zien die verstoppen voor de roofvissen. Heel veel piepklijne Kardinaaltetras, wat grotere Roodoogtetras, en meerdere Gevlekte spatzalmen, die qua grootte ongeveer tussen de twee zitten, zijn allemaal zichtbaar in het bos van waterplanten.
Bovenop een paar van de gedeeltelijk ondergedompelde boomstammen zijn meerdere epifyten, en een paar grote planten wiens wortels in het water bungelen. Tussen de bossen wortels zien we Gestreepte kopstaanders, een soort die vernoemd zijn naar het feit dat ze bijna altijd met hun neus naar beneden zwemmen.
Vastgeplakt aan één van de grote boomstammen die als omheining van de planten dient, is een grote algeneter met prachtige gouden stippen. Dit is een Gouden pleco, soms ook wel de Zonneschijn-pleco genoemt, die gretig de algengroei van de boomstam vreet. Wat nog interessanter is, is de vissensoort die we in de boomstam kunnen zien. Dit stuk nephout is hol van binnen, en als we goed dichtbij kijken kunnen we nog net zien dat er een vis in verstopt zit. De nachtactieve Amerikaanse mesvis verstopt zich overdag liever tussen de planten of in één van de vele holle boomstammen. Om deze vis overdag in open water te zien is zo goed als onmogelijk, zelfs om hem verstopt in een boomstam te kunnen vinden vergt al veel geluk.
Het pad van dit pleintje staat op een helling. Dichter bij het raam is het pad lager, zodat we beter het diepe water in kunnen kijken. Aan de achterkant van het pleintje is het pad hoger, en kunnen we over de grote, glazen wand kijken naar Kapuwa Syoro, het Capibarastrand. Omdat buiten de zon straalt, zijn de Capibaras en Tapirs lekker buiten in hun grote moerasverblijf. Wat we wel kunnen zien is de grote groep Arrauschildpadden, de meerderheid van deze dieren komen uit Amerikaanse dierentuinen. O Rio Dourado heeft de grootste groep van deze zeldzame schildpaddensoort in Europa, al zegt dat niet veel, want er zijn er niet veel in Europese collecties. In totaal leven er twaalf dieren in dit verblijf, en ze liggen allemaal op een rijtje op het strand.
Wacht eens even... 9, 10, 11, 12... er liggen hier méér dan twaalf dieren op rij! Als we even inzoomen met onze cameralens / door onze verrekijker kijken / twee vuisten over onze ogen zetten en doen alsof het een verrekijker is, kunnen we zien dat een paar van de donkere vormen op de syoro eigenlijk eenden zijn! Loslopende Amerikaanse knobbeleenden zijn bijna altijd te zien op het Tapirstrand. Ook al mogen ze overal in de kas komen, blijven ze liever chillen bij de Capibaras. En ik geef ze groot gelijk, dat zou ik ook doen
Kapuwa syoro heeft ook meerdere beplante stukken op het land, die ook beschermd zijn voor de grotere bewoners. In een paar van de bomen in het verblijf kunnen we meerdere felgele vormen zien. Uitgaant op het harde gekrijs, kunnen we aannemen dat dit geen vruchten zijn. En als we uitgaan van de foto die we van de wandtekening met loslopers hebben genomen, zijn dit Goudparkieten, die vrolijk naar elkaar aan het gillen zijn, zoals papegaaien vaak doen.
Het laatste dier die we kunnen zien voordat ik deel 4 beëindig is de Amazonetaling. We kunnen er meerdere zien zitten op één van de omgevallen boomstammen in het water. Eén van de eenden glijdt het water in om even een stukje te zwemmen. Als we naar het kijkraam toe lopen kunnen we de eend van onder water bekijken, wat een interessant uitzicht is.
Als we het grote bassin achter ons laten, leidt het pad ons dichter bij de achterkant van de kas...
Ik zie jullie over een paar weken weer voor deel 5!
Soortenlijst gebied 5:
Gebied 5: Dicht regenwoud
Kapuwa Syoro:
Kapuwa Syoro